Zorg voor zoveel mogelijk onderlinge interacties door na te denken over groepsvorming en door de kinderen actief te stimuleren om met elkaar in interactie te gaan.
Interacties zijn er tussen veel verschillende gesprekspartners: zo kan het kind in interactie gaan met een begeleider of kunnen kinderen onderling met elkaar interageren. Ook die onderlinge interacties, die bij anderstalige nieuwkomers qua taalaanbod minder taalrijk zijn omdat beide gesprekspartners het Nederlands nog niet goed beheersen, zijn heel waardevol. Dergelijke interacties zijn immers voorbeelden van authentieke gesprekken over wat de kinderen bezig houdt. Ze voelen zichzelf een volwaardige gesprekspartner omdat hun eigen ideeën en inbreng een plaats krijgen. (Frijns, 2017) Daarom is het belangrijk om ook die onderlinge interacties te stimuleren.
Je kan die onderlinge interacties zelf sturen en stimuleren:
- Denk goed na over de groepsvorming en de gevolgen. Welke groepen vorm je en op basis van welk kenmerk verdeel je eventuele groepen? De moedertaal van de kinderen kan ervoor zorgen dat de groep net wel of net niet in het Nederlands in interactie gaat. (zie interactieve werkvormen)
- Ook de werkvorm is belangrijk om interactie te stimuleren. Overleggen en informatie uitwisselen in duo’s of kleine groep is een geschikte werkvorm om taalproductie te stimuleren. Grotere groepen (vanaf 5 personen) zorgen ervoor dat niet meer elk kind aan bod kan komen. De omgeving is minder veilig om tot taalproductie te komen.
- De inhoud van een activiteit kan onderlinge interacties stimuleren doordat het onderwerp de kinderen aanspreekt of doordat het voldoende nieuwsgierigheid opwekt. Denk bijvoorbeeld aan een vreemd voorwerp dat de kinderen niet kennen. Geef hen voldoende onderwerpsruimte.
- Als begeleider kan je dankzij je organisatorische rol zelf actief twee of meerdere kinderen stimuleren om met elkaar in interactie te gaan.
Onderlinge interacties kunnen uiteraard voor taalproductiekansen in het Nederlands zorgen, maar ook interacties in de thuistaal kunnen een meerwaarde betekenen (zie functioneel meertalig leren).
Meer lezen
Frijns, C. (2017). ‘Echte gesprekken’ stimuleren anderstalige kleuters. EOS Wetenschap. Geraadpleegd via https://www.eoswetenschap.eu/psyche-brein/echte-gesprekken-stimuleren-anderstalige-kleuters
T’Sas, J. (2013). Sprekend leren. Brugge: Die Keure.