Stel veel gevarieerde vragen. Let erop dat je genoeg open vragen stelt.
Stel voldoende echte en open vragen, vragen waarop je het antwoord zelf niet weet en waarop geen juist of fout antwoord mogelijk is. Dat soort vragen geven kinderen de mogelijkheid om zelf de inhoud van het gesprek te bepalen en in te gaan op zaken die ze zelf belangrijk vinden (wat hun motivatie om te spreken verhoogt). Om die zaken te verwoorden, moeten ze op zoek naar een rijk taalaanbod en krijgen ze de kans om complexere uitingen te produceren (Van den Branden, 2017; Jaspaert & Frijns, 2017).
Door gevarieerde vragen te stellen, kan je differentiëren. Open vragen (zoals hoe- en waarom-vragen, tegendeelvragen of vragen naar een mening of ervaring) lokken veel taalproductie uit.
Maar pas op: voor anderstalige nieuwkomers kunnen open vragen nog te moeilijk zijn. Stel je goedbedoeld heel veel open vragen, dan kunnen de kinderen onzeker worden omdat ze niet kunnen antwoorden. Die onzekerheid doet hun spreekdurf en motivatie zakken.
Om kinderen die nog niet veel taal produceren toch te betrekken, kan je wel andere soorten vragen inzetten, zoals aanwijsvragen, ja/nee-vragen, wie/wat/waar-vragen en of/of-vragen. Dat soort vragen biedt houvast.
(Stoep, 2005; Verkinderen, 2016)
Je kan dus veel verschillende soorten vragen stellen. De belangrijkste boodschap is om veel te variëren, ook in de functie van je vragen. Stel niet altijd controlerende vragen, maar laat de kinderen veel en vrij antwoorden.
Geef kinderen bij het beantwoorden van die vragen voldoende tijd om te antwoorden. Vaak vertalen ze de vraag om die betekenis te geven en moet het antwoord eerst vertaald worden naar het Nederlands. (Sterckx & Versteden, 2016)
Meer lezen
Jaspaert, K., & Frijns, C. (2017). Taal leren. Van kleuters tot volwassenen. Leuven: Lannoo Campus.
Van den Branden, K. (2017). Productieve interacties in de kleuterklas. Geraadpleegd via https://duurzaamonderwijs.com/2017/11/13/productieve-interacties-in-de-kleuterklas/
Sterckx, M., & Versteden, P. (2016). Eerste hulp bij anderstalige nieuwkomers. Leuven: Centrum voor Taal en Onderwijs.
Stoep, J. V. (2005). Peuters interactief met taal. De taallijn VVE: taalstimulering voor jong kinderen. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.
Verkinderen, S. (2016). Taal laten groeien. Mechelen: Plantyn.