Grijp non-verbale communicatie van kinderen aan om gesprekken op gang te brengen. Verwoord wat je ziet en zet kinderen op die manier aan tot spreken.
Anderstalige kinderen hebben vaak moeite om wat ze willen zeggen te verwoorden omdat ze niet over de nodige woordenschat beschikken of ze weten niet hoe ze de zin moeten opbouwen. Daardoor kan de spreekdurf laag zijn of zelfs ontbreken. Sta nieuwkomers dus toe om hun uitingen non-verbaal te stimuleren. Daag hen uit om die non-verbale taal met een beperkt aantal woorden verbaal te ondersteunen en hertaal hun uitingen opnieuw in een zin. (Sterckx & Versteden, 2016) Dergelijke momenten kan je goed benutten om talig rijke situaties te creëren. Zo laat het non-verbale verwoorden je toe om een rijk taalaanbod te voorzien door bijvoorbeeld woordenschat aan te bieden, maar is het ook een manier om kinderen uit te dagen om te vertellen.
Non-verbale uitingen of vragen kan je zelf verwoorden (vb. Een kind wijst naar een beker op de kast. Jij helpt hem en zegt “Ik neem dan voor jou de beker van de kast als je die nodig hebt om iets te drinken.”). Je kan ook vragen aan het kind om eerst de correcte vraag te stellen (“Wat wil je graag dat ik voor je doe?”) en je kan het kind natuurlijk ook helpen door hints te geven of ondersteuningsmateriaal (met vb. basisbehoeften) te voorzien.
Ook emoties en gevoelens kan je als begeleider opmerken en verwoorden om de kinderen woordenschat aan te reiken en om een situatie talig rijker te maken (vb. een kind kijkt verbaasd naar een tekening en jij zegt “Wat kijk je verbaasd naar die tekening. Wat vind je ervan?”). Op die manier benoem je emoties, maar je kan ook vragen naar de emotie zelf of naar toelichting bij een emotie. (“Waarom kijk je zo naar die tekening?” of “Waarom kijk je zo verbaasd naar die tekening?”)
Situatie | Reactie taalaanbod versterken | Reactie taalproductie uitlokken |
Kind vraagt je non-verbaal iets te doen. | Verwoorden wat je dan doet om aan die vraag te beantwoorden. | Eerst vragen wat het kind wil dat je doet. Het kind stimuleren om het zelf te laten verwoorden wat het wil. |
Je merkt dat het kind een bepaalde emotie uit. | Verwoorden wat je opmerkt door de emotie te benoemen. | Vragen hoe het kind zich voelt. Vragen waarom het kind zich zo voelt. |
Je heeft trouwens niet te wachten tot een kind zelf non-verbaal gaat communiceren. Je kan spontaan al je handelingen verwoorden tijdens en tussen activiteiten. Ga daarvoor aan de slag met concrete materialen en situaties. Ook doe-opdrachten en bewegingsactiviteiten zijn dankbaar om handelingen te verwoorden terwijl je ze uitvoert. Kinderen kunnen op die manier linken leggen tussen wat er te zien is of wat er gebeurt en wat gezegd wordt, waardoor ze snel taal oppikken. (Sterckx & Versteden, 2016)
Meer lezen
Sterckx, M., & Versteden, P. (2016). Eerste hulp bij anderstalige nieuwkomers. Leuven: Centrum voor Taal en Onderwijs.
Verkinderen, S. (2016). Taal laten groeien. Mechelen: Plantyn.